Duivelsblauw

Korte beschrijving roman
Het is mei 1552. In het Zuid-Franse Toulouse probeert de jonge Sophie zich te ontworstelen aan de invloed van haar vader. Sophie ontdekt dat achter diens succesvolle handel in blauwe verfstof een wereld van fraude en omkoping schuilgaat. Ze lijkt niet meer dan een stuk op vaders machtige schaakbord en als ze in opstand komt tegen haar dreigende uithuwelijking, wordt ze daarna zelf het hardst getroffen. Intussen lopen de spanningen tussen katholieken en protestanten steeds verder op. De gevolgen voor de handel zijn dramatisch. Zal het duivelsblauw vader en dochter voor altijd uiteen drijven? Of zullen ze in het heetst van de strijd het goede van het kwade weten te onderscheiden?

Personages
Het verhaal draait om Sophie Dellacroix en haar familie. De namen en personages van deze familie zijn echter fictief, want ze hebben in werkelijkheid nooit bestaan, maar dat geldt niet voor veel andere personages die in Duivelsblauw voorkomen. Kooplieden als Pierre Assézat, Pierre Lancefoc en Jean Bernuy en de broers de Loubens hebben daadwerkelijk bestaan, evenals 'la belle Paule' en voor wie er oog voor heeft, zijn hun sporen ook in het hedendaagse Toulouse nog steeds herkenbaar.

Fragment
‘Wat is dat?’ vroeg ze zachtjes. Haar samenzijn met Peyre in de schuur en de geheimzinnige emmer, maakten dat haar stem automatisch in de fluisterstand schoot.
‘Dat…dat is het blauwe goud,’ zei Peyre.
‘Ssst, straks hoort iemand ons.’
‘Nee hoor, wees maar niet bang. Deze schuur is van mijn vader, maar hij wordt al heel lang niet meer gebruikt. Maar dit is dus het blauwe goud,’ herhaalde hij op zachte toon. ‘De verf die uit het agranat van uw vader wordt gewonnen.’
‘Maar het is helemaal niet blauw?’
‘Dat klopt, maar dat is nu juist het grote geheim,’ zei Peyre, terwijl hij met een spatel door de emmer roerde. Aan de oppervlakte dreef een dun laagje groene aanslag.
‘Kijk.’ Onder zijn tuniek haalde hij reep wit linnen te voorschijn en doopte deze voor de helft in de emmer. ‘Let nu goed op.’ Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Sophie zat met haar neus bijna in de emmer. Het vocht drong de stof razendsnel binnen en Peyre trok de reep weer omhoog. Sophie, die een schitterende blauwe kleur had verwacht, zuchtte teleurgesteld. ‘Het is mislukt, het is gelig geworden.’
‘Nee hoor,’ zei Peyre, ‘kijk nog maar eens.’ Hij hing de reep over een stok en keek vervolgens aandachtig naar Sophies gezicht. Haar ogen werden langzaam groot, toen ze de gelige strook stof eerst langzaam groen en daarna felblauw zag verkleuren. Verbouwereerd keek ze hem aan. ‘M-m-maar, dat is to-tovenarij,’ stamelde ze.

ISBN 978 90 239 9407 7
€ 10,-

Bestel Duivelsblauw Hier!

Klik hier voor lezersvragen